In Nog lang geen winter, de nieuwe roman van de Vlaamse schrijver Peter Terrin, komt zoveel sciencefiction- en fantasy-achtigs voor dat de meer realistische situaties en scènes des te meer opvallen. Fotograaf Simon, de hoofdpersoon, heeft een dochter, Romy, die geboren is met ‘een beperking’: ze loopt moeilijk en maakt spastische bewegingen. Dat heeft ervoor gezorgd dat Romy tot en met haar pubertijd kwaad is geweest op de wereld en de mensen om haar heen.
Eén van de dingen waar ze haar vader mee tot wanhoop dreef was het niet willen strikken van haar veters. Wanneer ze een paar meter voor haar vader en moeder uitliep konden ze erop wachten dat ze zou struikelen. Haar vader kon het niet aanzien, haar moeder vergoelijkte het: net als mensen zonder beperking wilde Romy ook wel eens met losse veters rondlopen. Romy groeide eroverheen, maar niet nadat ze als puber echt kwaadaardig tegen vreemden heeft gezegd dat haar (zorgzame) vader haar sloeg. En Romy was zo kwaad dat haar...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.