Gerrit Komrij wilde graag beroemd worden. Desnoods een lokale beroemdheid. Van alles had hij al geprobeerd: ‘Jaren geleden richtte ik al een Ajax-liquidatie-comité op, met als doel hoofdstedelijke voetbalbenen kosteloos te amputeren, maar ik bleef, wat ik ook deed, het enige lid. Ook deed ik mijn uiterste best als voorzitter van de Commissie tegen Schrijversweduwen, die de oude Javaanse gewoonte in ere wilde herstellen om bij het overlijden van de man de vrouw meteen maar mee te verbranden, zodat niets zijn nagedachtenis kon schaden.’

Hier bleef het zo’n beetje bij met Gerrits pogingen zich permanent te vestigen in het gedachteleven van zijn lezers. Maar volgens literatuurhistoricus Sander Bax in zijn boek Schrijversmythen had Gerrit zich niet zo druk hoeven maken. Hij had als schrijver maar een tijdje zijn neus buiten de deur hoeven steken of hij was al een mythe geweest. Zo gaat dat in Nederland volgens Bax: ‘Zodra een schrijverschap een publieke aangelegenheid wordt,...