Toen de moeder van Maurits de Bruijn nog maar een baby was, werden haar ouders en twee zussen gedeporteerd naar Sobibor. Zij kon blijven wonen bij de protestantse man en vrouw bij wie ze zat ondergedoken, en die De Bruijn later opa en oma zou noemen. Ook hij groeide op in een gereformeerd gezin, in het Zuid-Hollandse dorpje Maasland. In zijn tienerjaren groeide zijn nieuwsgierigheid naar zijn afkomst en als twintiger bezocht hij meermaals Israël, waar hij ook de complexiteit van het leven daar leerde kennen. Nu zet hij zijn stem als queer Joodse man actief in om op te komen voor de rechten van de Palestijnen.

Zionistisch sprookje

In groep acht van de basisschool moesten alle kinderen uit de klas van De Bruijn een spreekbeurt houden. Gangbare onderwerpen varieerden van de grasparkiet tot de beroepen van vaders. ‘Ik was tot die tijd niet echt bewust bezig met Joods-zijn, maar mijn spreekbeurt wilde ik houden over Israël’, herinnert hij zich. ‘Omdat het nou eenmaal bij een...