Menno Wigman (1966) had zijn geloofsbrieven al klaar liggen ver voordat hij debuteerde. Hij vertaalde in zijn jonge jaren klassieke, zwart-romantische dichters als Baudelaire en Nerval en de zware Duitsers Rilke en Thomas Bernhard, bezorgde en introduceerde de postume bundel Liefdesstratenplan van de meer om zijn zelfmoord dan om zijn gedichten bekend geworden jonge poète maudit Nico Slothouwer, en speelde in diverse punkbandjes. Geloofsbrieven met een zwart randje. Toen kwam in 1997 zijn debuut, vol klassiek ogende gedichten, getiteld ’s Zomers stinken alle steden.
https://www.vn.nl/misschien-ben-ik-gek-maar-ik-ben-niemand-tot-last/
Maar wat betekende dat? Was inmiddels, na de roerige Maximalen halverwege de jaren tachtig en...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.