Nu de vier coalitiepartijen elkaar al maanden de tent uitvechten en vrijwel niets uit hun handen krijgen – afgelopen week nog dreigde Geert Wilders het kabinet op te blazen als de asielwetten van minister Faber nog meer vertraging zouden oplopen – zou je zeggen dat oppositie voeren voor de progressieve partijen een fluitje van een cent zou moeten zijn. Zelfs het maatschappelijke tij hebben de linkse partijen mee. De zorgen om de bestaanszekerheid, de woede over de groeiende kloof tussen arm en rijk, de roep om herstel van de volkshuisvesting:  stuk voor stuk linkse thema’s waar de progressieve partijen in voorop zouden kunnen gaan.

Maar terwijl de coalitie van de ene rel naar de andere hobbelt, zinkt GL-PvdA, samen op papier de grootste oppositiepartij, weg in onderling gesteggel over de voorgenomen fusie.