Oorlogsretoriek werkt. Altijd. Ze maakt abstracte angsten tastbaar, zaait verdeeldheid en rechtvaardigt haast elke uitgave. Wie oorlog zegt, krijgt budget. Wapentuig, mobilisatie, paraatheid – het klinkt heroïsch. Urgent. Niemand wil naïef zijn als de vijand nadert.

Maar terwijl we op volle kracht ten strijde trekken tegen de dreiging uit het oosten, vergeten we een andere oorlog te voeren. Eentje zonder tanks, maar met thermometers. De klimaatstrijd.

Begrijp me goed: ik ben niet naïef. Rusland ís een reële bedreiging. Een autocratie met imperialistische ambities aan onze oostgrens, geleid door een potentaat die met militaire agressie zijn geopolitieke dromen najagen wil. Europa moet daartegen weerbaarder worden en niet afhankelijk zijn van die andere autocraat. Maar een dreiging erkennen betekent niet dat je alle andere gevaren kunt negeren.

Want dat is precies wat nu gebeurt. Er wordt een nagenoeg blanco cheque getekend voor herbewapening. Intussen verdwijnen dossiers die...