Veel dagboeken van wereldveroverende jongeren die in de geest van de Sturm und Drang lucht gaven aan hun hooggestemde ambities en verwachtingen zijn er niet. Maar het Journaal dat Johann Gottfried Herder in 1769 schreef van zijn reis van Riga in Letland naar Nantes aan de Franse kust mag er zijn. Hij is vijfentwintig en moest weg van huis om niet te stikken. Hij beklaagt zich ongeremd over zijn burgerlijke opvoeding, over de slavernij waarin zijn geboorteland (Pruisen) verkeert, over onbeduidendheid van zijn eeuw en de onbestendigheid van zijn loopbaan (hij is leraar en predikant). Maar hij vergeet zichzelf niet: jij hebt je zo verlaagd, noteert hij, ‘dat je jezelf niet kent. Je vergeet het vuur van je jeugd, de felle drift van je genie, de grootste kracht van je hartstocht.’

Het genie van Letland
Herder wil niet minder dan ‘het genie van Letland’ worden, daar denkt hij dag en nacht aan. Dat is niet helemaal op niets gebaseerd. In het Journaal laat hij een enorme eruditie...