Het is alsof Godfried Bomans het grootste deel van zijn leven ambulant is geweest. Altijd was hij op weg naar iets: naar een te houden lezing, het maken van een reportage, het opzoeken van een geliefde, op weg naar een stad voor de kranten en tijdschriften waarvoor hij werkte. Geen schrijver hield zo graag lezingen in het land en liet zich zo graag fêteren. Bomans wijdde even vermakelijke als ernstige columns en beschouwingen aan zijn lust tot spreken in het openbaar. Ook al waren de onderwerpen niet altijd speciaal vermakelijk, ze werden in de loop van de avond geheid komisch. Niet zelden begonnen de toehoorders al te lachen wanneer hij alleen maar de zaal in kwam. Als het achter de rug was voelde hij zich ‘berooid en leeggeplunderd, verkocht en verraden’.

Dat men niet precies wist wanneer Bomans serieus en wanneer komisch, heeft hem lang parten gespeeld. Het heeft ook het karakter van zijn reputatie bepaald. Hij verzette zich er wel en niet tegen. Op de avonden voor de...