Lief Nederland,

Een zondagochtend in de Colombiaanse hoofdstad Bogotá. De Avenida Séptima, normaal een van de drukste verkeersaders van deze metropool met 8 miljoen inwoners, oogt als een gemoedelijk stadspark. Geen dieselwolken uitspuwende stadsbussen en ongeduldig toeterende auto’s, maar een onophoudelijke stroom fietsers, wandelaars, hardlopers en skaters trekt voorbij over de driebaansweg, nonchalant om elkaar heen slalommend.

Wielrenners stuiven in vol ornaat langs groepjes vrienden die traag naast elkaar fietsend de week met elkaar doornemen. Straatschoffies met nekmatjes houden wedstrijdjes, balancerend op het achterwiel van hun opgevoerde fietsen. Gehelmde kleuters met zijwielen zwalken voor hun vader of moeder uit, honden proberen hun baasjes bij te houden, of andersom.
De stoepen zijn het domein van de straatverkopers, die bergen sinaasappels wegpersen en maiskolven roosteren op barbecues. Het geheel wordt gecompleteerd door een kakofonie van muziek uit de draagbare...