Afgelopen week was ik op een diner voor kinderen die dreigen te worden uitgezet. Sommigen zijn hier geboren, sommigen zijn als jong kind hierheen gekomen, maar allemaal zijn ze onderdeel van ons. Ik zat naast een zeventienjarig meisje, geboren in Ghana en als baby met haar ouders via Libië en Italië naar Nederland gevlucht. Een doodenge en gevaarlijke reis, die je met een baby niet onderneemt tenzij de nood ondenkbaar hoog is. Nu speelt ze basketbal en maakt zich zorgen over haar havo-examen in mei. Gelukkig helpt het Italiaans, opgepikt in een vluchtelingenkamp, bij haar toetsen Spaans. Over wiskunde maakt ze zich zorgen, over Spaans niet.
Er zijn momenteel tussen de driehonderdvijftig en vijfhonderd kinderen in Nederland wier asielprocedure is afgerond en die ons land waarschijnlijk binnenkort moeten verlaten. Een precies aantal is er niet; sommige jongeren hebben geen papieren en zijn moeilijk op de radar te houden voor hulpverstrekkende instanties.
Tussen de gangen en...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.