Als Geert Wilders even wil ontsnappen aan de spanningen van het openbare leven, gaat hij het liefst naar de Efteling. De favoriete attractie van de PVV-leider: Droomvlucht. Dan zit hij vredig in de gondel die hem langzaam omhoog laat wentelen, terwijl om hem heen miniatuurkastelen met pinkelende lichtjes en sprookjesbossen vol vriendelijke elfjes en kabouters oplichten in het schemerduister. En nog een keer, en nog een keer, en nog een keer. ‘Even wegdromen naar een andere wereld’, vertelde hij glunderend in het Jeugdjournaal. ‘Ik vind het geweldig. Soms ben ik wel tien keer achter elkaar naar de Droomvlucht gegaan, en verder niets.’ 

Het is een wonderlijk gegeven: de man die twintig jaar geleden de oorlog verklaarde aan de islam, de ‘totalitaire ideologie’ die onze vrijheid zou bedreigen, die de grenzen niet alleen wilde dichtgooien voor ‘gelukszoekers’, maar voor alle migranten uit islamitische landen, die ‘Marokkaans straattuig’ door de knieën wilde laten...