Er loopt een wolf door de wandelgangen van de macht. Je ziet en hoort hem zelden, maar bijna iedereen weet dat-ie er is. In het kader van het rechtsstatelijk bosbeheer komt hij tevoorschijn bij alles wat de Staat der Nederlanden raakt of bedreigt.

Ministers of ambtenaren, provincies, gemeenten, raden van bestuur van zelfstandige bestuursorganen, en zelfs het presidium van de Tweede Kamer, allemaal weten ze hem te vinden. Hij springt over en onder rechtsstatelijke hekken door of kruipt door een tuchtrechtelijk rasterwerk. Alles lijkt toegestaan om het doel van zijn cliënt te dienen. Geen weg onbegaanbaar, geen gebied te ingewikkeld, geen moeras te drassig. De wolf zet overal zijn tanden in.

Of het nu gaat om advies over wet of beleid, of in rechtszaken tegen burgers, bedrijven of andere overheden, overal toont deze wolf zijn wrede tanden. Hij bijt waar hij kan. En zo worden nogal wat burgers omver gelopen. Sommige slachtoffers worden tien jaar door alle gremia van rechterlijke...