In Amsterdam lijken de middeleeuwen nooit echt geëindigd. Het is vijf uur ’s ochtends, donker en koud, het waait en stinkt, er is geen toilet, wifi of centrale verwarming: het doet je vergeten in wat voor tijd je leeft. Overdag is daar weinig van te merken. Al in 1635 schreef René Descartes over Amsterdam: ‘Iedereen is zo van zijn voordeel vervuld, dat ik er mijn ganse leven zou kunnen wonen zonder ooit door iemand opgemerkt te worden.’ Maar die gulzige, blinde Amsterdamse haast, die deze stad kennelijk al eeuwenlang typeert, moet nog ontwaken.
Op dit tijdstip gaan de ‘veldwerkers’ naar plekken waar niemand anders komt. Naast de taxistandplaats en de Pontsteiger achter Amsterdam Centraal staan veldwerkers Abdullah el Bacha en Fikret Ayhan. Zoals tijdens elke nachtdienst zullen ze mensen wakker maken en vragen waar behoefte aan is. In het schaarse licht van de verlaten stad komen andere dingen aan het licht: ieder mens draagt zijn eigen unieke tragiek met zich mee. In...
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.