‘Ik heb laatst een úúr met je broer naar een interview met Andrew Tate zitten kijken’, verzuchtte ik tegen mijn oudste zoon (21), die ik dacht te kennen als mijn broekzak. ‘Die man vindt gewoon dat de vrouw na het huwelijk het bezit wordt van de man! En dat het zijn plicht is om haar te beschermen en voor haar te zorgen. Dat geloof je toch niet, in deze tijd!’, schamperde ik, mijn armen in de lucht, rekenend op bijval van zijn kant.

Maar die kwam niet. ‘Andrew Tate wordt altijd verkeerd begrepen’, zei hij. ‘Ik vind het juist een mooi idee dat de man voor de vrouw zorgt. Ik vind het ook leuk om voor jou te betalen als wij uit eten gaan’, zei hij tegen zijn vriendin (19), die naast hem zat. ‘En als ik later rijk ben, hoef jij van mij echt niet te gaan werken.’ Ze knikte. ‘Als jij genoeg verdient, lijkt het mij wel fijn om lekker voor de kindjes te zorgen.’

Verbouwereerd liet ik mijn armen zakken. Ik dacht aan mijn overleden moeder, die direct na haar...