Mijn vader was 62 toen hij overleed aan kanker. Zou hij wel genoeg melk hebben gedronken? Dit vroeg ik me af toen ik laatst een interview las in Het Parool met de Wageningse hoogleraar Ellen Kampman, gespecialiseerd in voeding en kanker. ‘Hoe meer zuivel iemand gebruikt, hoe minder risico op dikkedarmkanker’, zei ze. Ik krijg angstvisioenen van mensen die aan een enorme melkfles hangen, de hele dag lurkend om de gevreesde ziekte buiten de deur te houden. Meer, meer, nog meer! Het witte vocht gutst over hun lippen.
Nu kreeg mijn vader dikkedarmkanker vóór zijn vijftigste, maar overleed hij aan prostaatkanker. Er zijn studies die erop wijzen dat zuivel voor deze vorm van kanker slecht uitpakt. Terwijl ik online verder speur, kom ik in een kankerkonijnenhol terecht van meer en minder wetenschappelijke sites. Voorlopig lijkt de conclusie dat er voor de relatie tussen prostaatkanker en zuivel (nog) niet voldoende bewijs is. Drink dus veel melk, maar wel voorzichtig.
Weet je waarom er zoveel van die gezonde calcium in de melk van koeien zit? Dat stopt de boer in hun voer!
Het is een vreemd interview met de professor. Plantaardige melkvervangers vindt ze ‘een beetje eng’. Ze noemt het ‘terecht dat we klimaat belangrijk vinden’, maar gaat er verder niet op in. Ze zegt dus niet dat voor één liter melk negen vierkante meter land nodig is en dat er bij de productie van koemelk gemiddeld drie keer zoveel broeikasgassen vrijkomen als bij plantaardige melk. Over dierenleed heeft ze het helemaal niet. Misschien is dat allemaal logisch, omdat ze is gespecialiseerd in voeding en kanker en niet in dieren en milieu. Toch is het een vrij beperkte blik op gezondheid. In tijden van bosbranden en overstromingen, veroorzaakt door klimaatverandering waarvan de consumptie van dierlijke eiwitten de grootste oorzaak is, kunnen we niet alleen naar de individuele gevolgen van onze individuele consumptie kijken. Om nog maar te zwijgen over zoönosen, infectieziektes die overspringen van dier op mens, die direct samenhangen met onze intensieve veehouderij.
De hoogleraar gaat verder: ‘Je kunt denken: nou, dan verrijken we sojamelk met calcium. Maar dat proces kost volgens voedingstechnologen enorm veel energie. Voor nu blijft het goed om dagelijks een à twee porties halfvolle zuivel te gebruiken.’ Veel energie? In de supermarkt zijn gewoon pakken soja- en havermelk te koop met nagenoeg dezelfde hoeveelheid calcium als halfvolle koemelk. Koemelk maken (veevoer verbouwen, veevoer opeten, koe zwanger maken, koe kalf laten dragen, baren en heel even zogen en de koe melken) kost veel meer energie.
Het is vreemd dat Kampman zo hamert op het drinken van melk. Uiteindelijk gaat het haar om calcium, die ‘de darmwand lijkt te beschermen’. Dat lijkt me reuze belangrijk, maar zeg dat dan. Calcium zit ook in groente, peulvruchten en noten. Adviseer óf zuivel, óf voldoende plantaardige calciumbronnen. En ook verrijkte soja- of havermelk. Want weet je wat de grap is, waarom er zoveel van die gezonde calcium in de melk van koeien zit? Dat stopt de boer in hun voer! Samen met de vitamine B12 die veganisten altijd tekortkomen. Kennelijk produceren die dieren deze essentiële stoffen zelf niet voldoende. Ook heb ik zuivelfabrikanten eiwitpoeder in hun skyr zien gooien. Voor al die toevoegingen hebben we dus helemaal geen koe nodig.
Je reactie wordt geplaatst zodra deze is goedgekeurd. Je reactie is geplaatst.