‘Die dag ben ik echt niet opgestaan om een tbs-waardig delict te gaan plegen.’
Willem – beer van een kerel, gouden ketting, ruim getatoeëerd, zachte ogen – begint na een half uur zachtjes te huilen en pakt een paar tissues.

Willem is patiënt in de Rooyse Wissel, het forensisch-psychiatrisch centrum (FPC) in Oostrum, gemeente Venray. Hier worden een kleine tweehonderd tbs-gestelden, allemaal mannen, onder het zwaarste beveiligingsniveau behandeld voor uiteenlopende psychiatrische problemen – zonder mentale aandoening immers geen tbs (zie kader 1).

Ik spreek Willem in het bijzijn van zijn behandelaar. Uit zichzelf beschrijft hij, gedoseerd, zijn ‘geweldsdelict in de relationele sfeer’ dat hij ‘flink onder invloed’ beging. Tot op de dag van vandaag schaamt hij zich er ‘kapot’ voor. ‘Helaas kan ik het niet meer terugdraaien.’

Inmiddels is hij veertien jaar clean, maar destijds kampte hij met verslavingsproblemen. ‘Ik dronk anderhalf kratje bier per dag....