Het is dom wanneer je je mond open doet als je ergens helemaal geen verstand van hebt. Heel dom is wanneer je automatisch denkt zoals de groep waartoe je behoort. Je bent dom als je uit luiheid je onderbuik het woord laat doen. Je bent een domkop wanneer je zo nodig een punt wilt maken zonder een degelijk punt te hebben (scoringsdrift). In Matthijs van Boxsels Encyclopedie van de domheid is nog een schat aan andere domheden te vinden. Toch weet Sander Schimmelpenninck daar in De domheid regeert, zijn boek over (extreem)rechtse domheid, er nog een domheid aan toe te voegen. Bij Schimmelpenninck is iemand nooit onnozel dom of dommig: het is altijd bij vol bewustzijn. Maar bij iets doms is je verstand toch juist even op stap, zou je denken, je hebt ze even niet allemaal op een rijtje,. Bij Schimmelpenninck juist wel.

Bij Schimmelpenninck is domheid ‘handelen tegen beter weten in’. Dan heeft men ze juist wél allemaal op een rijtje. Bij hem kan je zelfs opzettelijk en kwaadaardig...